Als achtjarig jongetje stond meneer Arts (81) in Amsterdam op de Nieuwmarkt toen de zogenoemde moffenmeiden publiekelijk en zonder proces gestraft werden voor hun omgang met de Duitsers. “Ik heb het gezien: het kaalscheren, de teer en de hakenkruizen op de hoofden. Het was ongelofelijk.’’

Daarvoor moet de Nederlandse overheid excuses aanbieden vindt communitylid Arts. “De meisjes zijn dan misschien wel met moffen geweest, maar het was hongerwinter. Ze moesten overleven. Er zijn 8000 mensen gestorven in Amsterdam.”

De meisjes werden de zondebok maar ‘bijltjesdag’ was nodig

‘Het was bijltjesdag na de oorlog’, zegt communitylid Jan Schrijver. Zijn vader was hoofd van de Binnenlandse Strijdkrachten in Woerden tijdens de oorlog. Deze ‘bijltjesdag’ werd een soort ritueel om te voorkomen dat er echt koppen gingen rollen, zegt Schrijver: “De meisjes stonden voor een grotere groep en zijn eigenlijk de zondebok geworden.”

Dit zorgde volgens Schrijver wel dat de volkswoede gekanaliseerd werd. Hij wil niet zo ver gaan dat de regering hier excuses voor moet aanbieden. Wel stelt hij voor dat het verhaal van deze bijltjesdag en de ‘moffenmeiden’ vertelt wordt. “Deze uitleg helpt om het in perspectief te plaatsen.”