Uit een enquête van de Patiëntenfederatie blijkt dat 28 procent van patiënten die een specifiek medicijn kregen voorgeschreven, moeite moesten doen om dit middel mee te krijgen. Uit veel reacties tijdens de uitzending en via de mail blijkt dat patiënten een ander medicijn krijgen van de apotheek en pas na klachten weer kunnen wisselen naar een ander middel. Soms moeten ze meerdere andere merken medicijnen uitproberen voordat ze het geschikte krijgen. Het wisselen naar een andere medicijn vindt vaak pas plaats als er overleg is tussen patiënt, huisarts en apotheker. 

Overleg kan soms positieve gevolgen hebben, zo blijkt uit een verhaal van beller Tamara. Haar dochter had pseudokroep (virusontsteking van de luchtwegen). Nadat de arts dit geconstateerd had werd er een medicijn voorgeschreven. Dit medicijn werd later door de apotheker afgeraden omdat de klachten van pseudokroep binnen een dag verdwenen zijn, terwijl het medicijn pas na drie dagen werkt. “We hebben besloten het middel niet mee te nemen nadat er overleg tussen de arts en de apotheek was geweest. De klachten waren snel verdwenen zonder medicijnen.”

Probleem bij apotheker

Toch gaat het niet altijd goed. Vaak willen patienten een bepaald medicijn behouden, omdat ze dit gewend zijn. Huisarts en spraakmaker Doortje Graafmans ziet veel zorgen over de wisseling van medicijnen in de praktijk voorbijkomen. “Ik loop vaak tegen het probleem aan dat patiënten een bepaalde merknaam als medicijn willen hebben, terwijl dit niet altijd nodig is. Soms ben ik 20 minuten in discussie met één patiënt.” Graafmans geeft aan dat ze daarom soms het predicaat ‘medische noodzaak’ voor een medicijn geeft, “maar dan leg ik het probleem bij de apotheker.” Daarom is volgens Graafmans overleg overleg tussen apotheek en huisarts de sleutel. “Apothekers hebben ook lang gestudeerd, als er overleg is met elkaar leer ik ook weer wat.”