*

Twee basisschooldirecteuren uit de community over een eventueel mobieltjes verbod

In Frankrijk wil Macron mobiele telefoons van scholen weren. Hij wil zelfs de wet aanpassen. Of dat een goed idee is voor Nederland, vroegen we aan twee basisschooldirecteuren uit de community.

Ronald Pieck, directeur van Passepartout

“Mobieltjesgebruik op school moet je niet verbieden. Het moet een combinatie zijn tussen verbieden en gebruiken.” Dat vindt Ronald Pieck, directeur van Passepartout en communitylid bij Spraakmakers. Enkel verbieden heeft geen zin, zegt hij. “Smartphones horen nou eenmaal bij het leven. Wij proberen ze juist te leren om goed om te laten gaan met hun mobiel.”

In bepaalde lessen mogen de leerlingen van Pieck zaken opzoeken, zo leren hun telefoon in te zetten om informatie te verkrijgen. Ook leert Pieck wat je wel en niet op social media kan zetten. “Je ziet dat kinderen al op jonge leeftijd met telefoon of iPad aan het swipen zijn, maar dat ouders ze niet leren om hier goed mee om te gaan. Daar ligt wel een rol voor de school.”



Marion Medema, directeur van de Prinses Beatrixschool in Loppersum

Marion Medema is directeur van de Prinses Beatrixschool in Loppersum. Voor haar is een verbod niet nodig. “Wie gaat dat verbod handhaven en wat moeten de sancties dan eigenlijk worden?”, vraagt Medema zich af. Volgens haar is de vraag hoe om te gaan met mobieltjes op school een kwestie van afspraken tussen ouders, leerlingen en school. “En dat werkt goed bij ons.”

Hannes Minkema

21-08-18 om 12:17

Ik werk niet in het basisonderwijs, maar in het voortgezet onderwijs. Daar hebben vrijwel alle kinderen een mobieltje, en vrijwel alle kinderen zijn verslaafd. Ja, verslaafd. Misschien vindt U dat een te sterk woord, maar dat is het niet. Deze kinderen kúnnen niet meer zonder mobiel, en hun gedrag is volkomen geconditioneerd op het continue contact met het apparaat. Tijdens de les zit de helft van de klas stiekem onder tafel te appen of YouTube te kijken. En ik besteed véél meer tijd aan de strijd tegen dat ding dan mij lief is.

Geen wonder: bij Snapchat, Instagram, Facebook, Twitter en noem maar op werken gigantische afdelingen van programmeurs, die van hun baas maar één doel voor ogen krijgen: zorgen dat de 'gebruiker' (leuk woord ha ha) nóg meer aandacht voor hun app heeft, nóg vaker zijn mobiel grijpt, nóg vaker wordt afgeleid met 'messages', piepjes, trillingen etcetera,

De kinderen kúnnen het ding niet meer uitzetten. Ze kúnnen het niet in hun tas of kluisje achterlaten. Het ding móet in de broekzak, bij de hand, op de tafel, onder de tafel, elk moment bekeken kunnen worden. Het ding beheerst hun leven.

Ik overdrijf niet.

De gangen van de school bieden een zombie-achtige aanblik: zeker negentig procent van de leerlingen daar staren in de pauze louter naar het scherm van hun mobiel. Er is geen aandacht voor de omgeving, voor de andere, echt levende mensen om hen heen. Alleen een iPad biedt verlossing: de macht daarvan is nóg sterker dan die van hun mobiel. Maar liefst 'bedienen' ze beide apparaten tegelijk.

Een klein clubje jongens voetbalt op een grasveldje. Goddank. Zij zijn de enigen die zich ontworstelen aan de mobielterreur. Omdat voetbal nóg leuker is dan instagrammen.

Ook volwassenen tellen vele verslaafden. Kijk rond in de tram (iedereen zit te appen), kijk rond in de trein (iedereen zit te appen), kijk naar gezellige terrassen in de zon (iedereen zit te appen), kijk naar de tramhalte (iedereen staat te appen), kijk naar al die plekken waar mensen vroeger nog met elkaar praatten. We doen het minder en minder, omdat het apparaat in de weg zit, en we hebben er geen weerstand tegen.

Kinderen zijn nog minder bestand tegen verslavende middelen dan volwassenen. Twintig jaar geleden gaven we onze kinderen ook geen Nintendo gamecomputer mee naar school. We zouden wel gek zijn. We willen dat ze opletten tijdens de les, en niet zitten te gamen. Waarom zouden we ze nu dan wél zo'n stom, verslavend mobieltje meegeven in de les? *Zij* hebben er in hun onvolwassenheid geen weerstand tegen, *wij* moeten zo verstandig zijn hun niet in de verleiding te brengen.

Ik zeg: weg met dat ding. In de kluis, of buiten school. *Niet* in de les. Wij, leraren, gaan over de condities waaronder leerlingen aan onze lessen deelnemen. *Niet* de maatschappelijke modieuze hobby's dicteren dat. Niet. Nee.

Cookie-instellingen